Читать книгу «Dood en een hond» онлайн полностью📖 — Фионы Грейс — MyBook.

HOOFDSTUK VIER

Na haar confrontatie met Buck en Daisy kon Lacey niet wachten om de winkel af te sluiten en naar huis te gaan. Tom zou vanavond komen om voor haar te koken en ze keek er echt naar uit om op de bank te kruipen met een glas wijn en een film. Maar ze moest de kassa nog tellen, de voorraden opruimen, de vloer vegen en de koffiemachine schoonmaken… Niet dat Lacey klaagde. Ze hield van haar winkel en alles dat erbij kwam kijken.

Toen ze eindelijk klaar was liep ze met Chester op haar hielen richting de deur. Ze zag dat de wijzers van de smeedijzeren klok zeven uur aangaven en dat het buiten al donker was. Hoewel de lente langere dagen met zich meebracht, had Lacey nog niet echt de kans gehad om daarvan te genieten. Maar ze kon de veranderende sfeer voelen; de stad leek op te leven, veel cafés en pubs bleven langer open en mensen zaten buiten op terrasjes met koffie of biertjes. Het gaf de plek een feestelijke vibe.

Lacey sloot haar winkel af. Ze was extra zorgvuldig sinds de inbraak, maar ze zou zelfs zo zijn geworden als het nooit was gebeurd; de winkel voelde nu als haar kindje. Het was iets dat ze moest koesteren, iets dat ze wilde beschermen en verzorgen. Ze was er in korte tijd helemaal verliefd op geworden.

“Wie had kunnen denken dat je verliefd kon worden op een winkel?” mijmerde ze met een diepe tevreden zucht.

Chester piepte zachtjes.

Lacey aaide over zijn kop. “Ja, ik hou ook van jou, maak je maar geen zorgen!”

Toen herinnerde ze zich haar plannen met Tom en ze staarde richting zijn patisserie.

Tot haar verrassing zag ze dat alle lichten nog aan waren. Dat was heel ongebruikelijk. Tom moest zijn zaak op het onmenselijke tijdstip van vijf uur ’s ochtends openen, om te zorgen dat alles klaar was voor de ontbijtklanten rond zeven uur. Dat betekende dat hij doorgaans stipt om vijf uur ’s middags dicht ging. Maar het was nu zeven uur ’s avonds en hij was duidelijk nog steeds binnen. Het stoepbord stond nog op straat. Het neonbord op de deur stond nog op Open.

“Kom op, Chester,” zei Lacey tegen haar harige vriend. “Laten we eens kijken wat er aan de hand is.”

Ze staken de straat over en gingen de patisserie binnen.

Meteen hoorde Lacey kabaal uit de keuken komen. Het klonk als het gebruikelijke gekletter van potten en pannen, alleen dan in overdrive.

“Tom?” riep ze een beetje nerveus.

“Hey!” klonk zijn stem uit de keuken. Hij klonk net zo vrolijk als normaal.

Nu Lacey wist dat hij niet beroofd werd door een of andere macaron-dief, kon ze zich ontspannen. Ze liet zich op haar vaste kruk glijden, terwijl het gekletter voortduurde.

“Is alles in orde daarachter?” vroeg ze.

“Prima!” antwoordde Tom.

Een moment later verscheen hij in de gewelfde doorgang van de kitchenette. Hij had zijn schort om en dat was—net als zijn kleren en zijn haar—bedekt met bloem. “Er heeft zich een kleine ramp voltrokken.”

“Klein?” vroeg Lacey spottend. Nu ze wist dat Tom niet in gevecht was met een indringer, kon ze de humor van de situatie wel waarderen.

“Het is Paul,” begon Tom.

“Wat heeft hij nú weer gedaan?” vroeg Lacey. Ze herinnerde zich de keer dat Toms leerling per ongeluk bakpoeder had gebruikt in plaats van bloem, zodat een hele grote batch deeg onbruikbaar was.

Tom hield twee vrijwel identiek uitziende witte pakken omhoog. Op de linker stond in vervaagde letters: Suiker. Op de rechter: Zout.

“Ah,” zei Lacey.

Tom knikte. “Yup. Het is de batch voor de zoete deegwaren van morgenochtend. Ik moet alles opnieuw maken, of ik riskeer de woede van de plaatselijke inwoners wanneer zij er morgenochtend achter komen dat ik geen ontbijt voor ze heb.”

“Betekent dit dat je onze afspraak voor vanavond moet afzeggen?” vroeg Lacey. De humor die ze zojuist had gevoeld werd ineens vervangen door een zware teleurstelling.

Tom wierp haar een verontschuldigende blik toe. “Het spijt me zo. Laten we het verzetten. Morgen? Dan kom ik langs om voor je te koken.”

“Dan kan ik niet,” antwoordde Lacey. “Dan heb ik die meeting met Ivan.”

“Het verkoopgesprek over het Crag Cottage,” zei Tom terwijl hij met zijn vingers knipte. “Natuurlijk. Ik weet het nog. Wat dacht je van woensdagavond?”

“Vertrek jij woensdag niet naar die focaccia cursus?”

Tom zag er verontrust uit. Hij keek op de kalender en slaakte een zucht. “Oké, dat is vólgende week woensdag.” Hij grinnikte. “Je liet me schrikken. Oh, maar ik ben woensdagavond toch druk. En donderdag—”

“Is badminton training,” maakte Lacey zijn zin af.

“Wat betekent dat ik pas vrijdag kan. Werkt vrijdag voor jou?”

Zijn toon was net zo onbezorgd als normaal, merkte Lacey op, maar zijn blasé houding betreffende het annuleren van hun plannen stak haar. Hij leek het helemaal niet erg te vinden dat ze elkaar pas tegen het einde van de week weer konden zien.

Hoewel Lacey dondersgoed wist dat ze vrijdag geen plannen had, hoorde ze zichzelf zeggen, “Ik moet even mijn agenda checken en dan laat ik het je weten.”

De woorden waren nog maar net uit haar mond of ze voelde een nieuwe emotie naar binnen sluipen die zich met de teleurstelling vermengde. Tot Lacey’s verrassing was het opluchting.

Opluchting dat het romantische afspraakje met Tom pas aan het einde van de week was? Ze begreep niet waar de opluchting vandaan kwam. Ineens voelde ze zich schuldig.

“Ja hoor,” zei Tom, die het niet op leek te merken. “We kunnen het onder voorbehoud afspreken en de volgende keer iets extra leuks doen, als we het allebei minder druk hebben?” Hij zweeg even om op haar antwoord te wachten. Toen dat niet kwam voegde hij toe, “Lacey?”

Ze kwam met een schok terug in het heden. “Ja… Oké. Klinkt goed.”

Tom liep naar haar toe en leunde met zijn ellebogen op de toonbank, zodat hun gezichten op dezelfde hoogte waren. “Oké. Serieuze vraag. Heb je eten in huis voor vanavond? Want je verwachtte natuurlijk een heerlijke, voedzame maaltijd. Ik heb nog wat vleespasteitjes die niet verkocht zijn vandaag, als je er eentje mee naar huis wilt?”

Lacey grinnikte en gaf hem een duwtje tegen zijn arm. “Ik heb je aalmoezen niet nodig, dank je wel! Ik kan wel degelijk koken!”

“Oh echt?” plaagde Tom.

“Ik heb wel wat gerechten die ik kan maken,” zei Lacey tegen hem. “Champignon risotto. Paella met zeevruchten.” Ze pijnigde haar hersenen om daar nog iets aan toe te voegen, want iedereen wist dat je in elk geval drie dingen nodig had om een lijst te maken! “Uh… uh…”

Toms wenkbrauwen gingen omhoog. “Ga door…?”

“Macaroni en kaas!” riep Lacey uit.

Tom lachte hartelijk. “Dat is een behoorlijk indrukwekkend repertoire. En toch heb ik nooit bewijsmateriaal gezien om die claims te ondersteunen.”

Daar had hij gelijk in. Tot dusver was Tom degene geweest die steeds gekookt had. Dat was ook niet zo vreemd. Hij hield van koken en hij was er goed in. Lacey’s culinaire vaardigheden beperkten zich tot het loswrikken van het plastic van een magnetronmaaltijd.

Ze vouwde haar armen voor haar borst. “Daar heb ik nog niet echt de kans voor gehad,” antwoordde ze. Ze gebruikte dezelfde gekscherende toon als Tom, in de hoop dat het de oprechte irritatie zou maskeren die zijn opmerking had losgemaakt. “Mr. Michelinster banketbakker wil me niet in de buurt van het fornuis hebben.”

“Is dat een uitdaging?” vroeg Tom met opgetrokken wenkbrauwen.

Verdomde trots, dacht Lacey. Ze was er met open ogen ingetrapt. Die had je kunnen zien aankomen.

“Reken maar,” zei ze, zelfverzekerder dan ze in werkelijkheid was. Ze stak haar hand naar hem uit. “Challenge accepted.”

Tom keek naar haar hand en er speelde een glimlachje rond zijn lippen. “Ik heb alleen één voorwaarde.”

“Oh? Wat dan?”

“Het moet iets traditioneels zijn. Iets typisch New Yorks.”

“In dat geval heb je het tien keer makkelijker voor me gemaakt,” riep Lacey uit. “Want dat betekent dat ik pizza en cheesecake ga maken.”

“Niets uit een pakje,” voegde Tom toe. “Alles moet zelfgemaakt zijn. En je mag niemand om hulp vragen. Paul mag je niet helpen.”

“Oh, toe zeg,” zei Lacey, wijzend naar het pak zout op de toonbank. “Paul is wel de laatste persoon die ik om hulp zou vragen.”

Tom lachte. Lacey strekte haar hand dichter naar hem uit. Hij knikte om aan te geven dat hij wist dat ze aan de voorwaarden zou voldoen en pakte toen haar hand vast. Maar in plaats van die te schudden trok hij haar zachtjes naar zich toe en kuste haar over de toonbank.

“Ik zie je morgen,” fluisterde Lacey, terwijl ze de tinteling in zijn lippen voelde. “Door het raam, bedoel ik. Je hebt zeker geen tijd om naar de veiling te komen?”

“Natuurlijk kom ik naar de veiling,” zei Tom tegen haar. “Ik heb de vorige al gemist. Ik wil erbij zijn om je te steunen.”

Ze glimlachte. “Geweldig.”

Ze liep richting de deur en liet Tom achter in de rotzooi.

Zodra de deur van de patisserie achter haar dichtviel, keek ze neer op Chester.

“Wat heb ik me nu weer op de hals gehaald?” zei ze tegen haar opmerkzaam uitziende hond. “Echt, je had me moeten tegenhouden. Aan mijn mouw moeten trekken. Me een duwtje moeten geven met je neus. Wat dan ook. Nu moet ik pizza uit niets maken. En een cheesecake! Shit.” Gefrustreerd schraapte ze met haar schoen over de stoep. “Kom, we moeten langs de supermarkt voor we naar huis gaan.”

Lacey liep de andere kant op en haastte zich door de winkelstraat richting de supermarkt (of buurtwinkel zoals Gina het altijd noemde). Ondertussen zette ze een bericht in de Doyle Girlz thread.

Weet iemand hoe je cheesecake moet maken?

Haar moeder zou toch zeker wel weten hoe dat moest?

Het duurde niet lang voor ze haar mobieltje hoorde, en ze keek om te zien wie er had gereageerd. Helaas was het haar sarcastische zusje, Naomi.

Dat doe je niet, grapte jaar zusje. Je koopt het kant en klaar en bespaart jezelf de moeite.

Snel tikte Lacey een antwoord. Niet erg behulpzaam, zusje.

Naomi’s respons kwam met de snelheid van het licht. Als je domme vragen stelt krijg je domme antwoorden.

Lacey rolde met haar ogen en haastte zich verder.

Gelukkig had haar moeder een recept doorgestuurd tegen de tijd dat Lacey de winkel bereikte.

Het is van Martha Stewart, typte ze. Die kun je wel vertrouwen.

Vertrouwen? typte Naomi. Moest zij niet de gevangenis in?

Ja, antwoordde haar moeder. Maar dat had niets te maken met haar cheesecake recept.

Touché, antwoordde Naomi.

Lacey lachte. Mam had Naomi overtroffen!

Ze stopte haar mobiel weg, bond Chesters lijn vast om een lantaarnpaal en ging toen de felverlichte winkel binnen. Ze vulde haar mandje zo snel als ze kon met alles dat ze volgens Martha Stewart nodig had. Daarna pakte ze een pak verse linguine en een kleine tube kant-en-klare saus (die toevallig in de naastgelegen koeling lag), en wat Parmezaanse kaas (naast de saus). Tot slot pakte ze nog een fles wijn mee waarop stond; past goed bij linguine!

Geen wonder dat ik nooit heb leren koken, dacht Lacey. Ze maken het je zo makkelijk.

Ze liep naar de kassa, betaalde haar aankopen en liep naar buiten, waar ze Chester ophaalde. Op de terugweg liepen ze langs haar winkel—ze zag dat Tom nog was waar ze hem had achtergelaten—en liep naar het zijstraatje waar ze haar auto had geparkeerd.

Het was een korte rit naar Crag Cottage, eerst langs de boulevard en daarna langs de klif omhoog. Chester zat alert naast haar op de passagiersstoel. Terwijl de auto over de heuvel reed, kwam Crag Cottage in zicht. Lacey voelde verrukking in zich opwellen. Het chalet voelde echt als thuis. En na de meeting morgen met Ivan was ze misschien een stapje dichterbij om officieel eigenaresse van het huis te worden.

Op dat moment zag ze de warme gloed van een vuurtje bij Gina’s chalet vandaan komen. Lacey besloot over het hobbelige pad langs haar huis te rijden.

Toen ze stopte zag ze de vrouw in haar regenlaarzen naast het vuur staan, waar ze takken op gooide. Het vuur zag er mooi uit in het schemerige licht van de lenteavond.

Lacey toeterde en draaide het stroeve raam naar beneden.

Gina draaide zich om en zwaaide. “Hey-ho Lacey. Moet je ook iets verbranden?”

Lacey leunde op haar ellebogen uit het raam. “Nope. Ik vroeg me alleen af of je wat hulp nodig had?”

“Ik dacht dat je vanavond een afspraakje met Tom had?” vroeg Gina.

“Dat had ik ook,” vertelde Lacey haar. Weer voelde ze die vreemde mengeling van teleurstelling en opluchting in haar buik. “Maar hij moest afzeggen. Deegwaren-gerelateerde noodsituatie.”

“Ah,” zei Gina. Ze gooide nog een boomtak op het vuur, en rode, oranje en gele vonken schoten de lucht in. “Nou, ik red het hier wel, bedankt. Tenzij je wat marshmallows hebt die je wilt roosteren?”

“Shit, nee, heb ik niet. Dat klinkt wel lekker! En ik heb net boodschappen gedaan!”

Ze besloot haar gebrek aan marshmallows te danken aan Martha Stewart en haar ontzettend verstandige cheesecake recept.

Lacey stond op het punt om Gina een fijne avond te wensen en naar huis te rijden, toen ze voelde dat Chester zachtjes met zijn neus tegen haar arm duwde. Ze draaide zich om en keek naar hem. De boodschappentassen die ze voor de passagiersstoel had neergezet waren omgevallen, en er waren wat spullen uitgevallen.

“Dat is wel een idee…” zei Lacey. Ze stak haar hoofd weer uit het raam. “Hey, Gina. Heb je zin om samen te eten? Ik heb wijn en pasta. En als we ons vervelen heb ik alle ingrediënten om Martha Stewarts authentieke New York City style cheesecake te maken.”

Gina leek dolbij. “Je had me al bij wijn!” riep ze uit.

1
...